Ook Calista had behoefte aan een frisse neus. De tuin, of de weeldernis zoals het vaak werd genoemd, was ze net al in geweest en eigenlijk vond ze het hoognodig om even een kijkje te gaan nemen op het dak. Een energiebubbel vormde zich in haar hart en verspreidde zich razendsnel door haar hele lichaam. Met bliksemsnelle, kleine sprongetjes sprintte Calista uitgelaten de breedte van de keuken over, richting schoorsteen. Met één lenige sprong was ze in de open haard en meteen vervolgde ze haar weg naar boven. De bakstenen die her en der uitstaken dienden voor haar als traptredes. Ze liepen helemaal tot bovenaan, en Calista haalde opgelucht de top. Eenmaal boven balanceerde ze behendig op het hoogste punt van het dak, agezien van de schoorsteen. Het houten dak was bijna volledig verrot, en grote delen waren al weggevallen dus zelfs een dier zo licht als zij moest voorzichtig zijn, en oppassen waar ze haar pootjes zette.
Oplettend trippelde ze over de houten balken, haar extreem lange staart wapperde achter haar in de wind. Calista's zwarte ogen gleden zoekend over het dak, haar hoofd wiegde op en neer terwijl ze zekerde. Er was hier een ander aanwezig, dat wist ze zeker. Ze wierp ook haar reukzintuig in het spel en snuffelde uitvoerig aan de lucht. Haar pootjes deden bijna vanzelf het werk, Calista stond op de automatische piloot terwijl ze zocht naar de vreemdeling. De geur werd steeds sterker en een crème-gekleurd ratje verscheen in haar gezichtsveld. Calista ging even op haar achterpootjes staan om het beter te zien, en zag dat ze niet helemaal één kleur was. De rat was aan de achterhand wit. Eigenlijk een beetje dezelfde aftekeningen als haar eigen markeringen, afgezien van de grijze kleur, en de witte plekken op haar gezicht die het overige deel naast de kapjes inkleurde, en de donkere grijze streep die halverwege haar rig begon. Het vrouwtje was duidelijk ouder dan Calista zelf, en ze schraapte haar keel. Zo had ze in ieder geval even de tijd, had ze dit nog niet gedaan, op Calista op te merken. Dat kwam ook wat beter over, het vermeed gevechten en hoewel Calista absoluut niet bang was voor een knokpartijtje had ze er weinig zin in.
"Goede morgen," sprak ze zonnig.